Wandelen met Corona

Normaal kom ik er niet zo vaak aan toe, maar mooi weer in combinatie met gesloten sportclubs hebben ervoor gezorgd dat ik nu vaste prik twee keer per week een goeie boswandeling maak. Twee tijdstippen die er gewoon voor zijn gereserveerd.
Zomaar wat overpeinzingen over wandelen tijdens Corona.

Dat je beseft dat je een boom in bloei hebt zien staan omdat je de mazzel had er in de twee weken dat hij bloeide twee keer langs te mogen lopen. De week ervoor en erna was de boom niet zo mooi.

Dat je even stopt om mensen erlangs te laten en gedag te zeggen (deed ik altijd al wel, hoor) voordat je een smal paadje in duikt, even te glimlachen in plaats van maar door te denderen. Men neemt net iets meer tijd om op zo ruim mogelijke afstand langs elkaar te schuifelen. Dat zou iedereen eigenlijk altijd moeten doen, zodat je elkaar ook even echt ziet.

Maar ook dat je op sommige dagen amper een kilometer het bos in loopt en op een boomstronk gaat zitten. Gewoon om even dat huis uit te zijn (nee, thuisonderwijs in combinatie met eigen werk gaat niet altijd van een leien dakje). En dan weer die ene kilometer teruglopen en toch met een beter gevoel thuiskomen.

En ook dat je oortjes meeneemt naar het bos ondanks dat je zo graag naar de vogels en het ruisen van de bomen luistert, gewoon omdat je luisterboek van de Luisterbieb zo spannend is.

Dat je tijdens een andere wandeling ook op een stronkje zit (na toch al 2 km in de benen 😉 ), er een ouder echtpaar traag passeert en het pad kiest dat jij net had willen nemen, en je het niet erg vindt dat je nu maar wat langer moet blijven zitten luisteren naar de vogels om hen niet zo weer achterop te lopen op het smalle pad.

Dat je ontdekt dat niet alle kikkers even snugger zijn. De overvloed aan kikkerdril in een toevallig poeltje was na één week warm weer behoorlijk geslonken. Twee overgebleven volwassen kikkers verstopten zich nog onder ‘water’, wat maar half lukte. En nog een week later was het volledig opgedroogd.

1e keer, een poel vol dril
2 weken later

Dat je een bekende tegenkomt en zo goed en kwaad als dat gaat op afstand en op een drukker stuk toch zo lang mogelijk samen optrekt om wat bij te kletsen, omdat het wel erg fijn is om weer eens een andere gesprekspartner te hebben.

Dat je midden in het bos over hobbelige paadjes loopt en er even door je heen gaat: wat als ik nu mijn enkel verzwik? Om ’s avonds thuis je teen zo hard te stoten dat hij (licht?) gekneusd is…

Dat dus.

Wat doe jij in deze tijd? Ga je nog naar buiten? Ik zoek wel rustigere plekken op, op rustigere tijden.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.